Een jaar geleden was ik het alleen wonen zat. Maar ja, je plukt ook niet zomaar iemand van straat om mee samen te wonen. En daarnaast had ik niet persé behoefte aan iemand om mijn eigen ruimte, mijn kleine appartementje constant mee te delen. Tijdens een gesprek hierover zei mijn moeder, terwijl we beide van onze koffie nipte, “Waarom neem je geen huisdier?” Ik had er nog helemaal niet over nagedacht en wimpelde het in eerste instantie meteen af. “Nee joh, dat is veel te veel werk.” Mijn moeder trok haar wenkbrauwen op en zei dat katten wel mee vielen. We lieten het rusten maar het bleef me toch bezighouden.
Weinig onderhoud, veel plezier
Toen ik eenmaal thuis was, maakte ik een lijstje van mogelijke huisdieren. Van konijnen tot schildpadden, alles stond op mijn lijstje. Omdat ik gewoon vijf dagen in de week weg ben, wilde ik geen huisdier wat een hoop aandacht en onderhoud nodig had. Dat vind ik namelijk ronduit oneerlijk tegen het huisdier. Ik ben van mening dat een huisdier een aanvulling kan zijn op het leven van een mens maar het moet ook een aanvulling zijn op het leven van het dier. Na dit bedacht te hebben, streepte ik meteen ‘hond’ van mijn lijstje. Uiteindelijk bleven het woord ‘kat’ en ‘vogel’ over
Kroelen en spinnen
Uiteindelijk ging ik voor beide. Misschien niet de meest voor de hand liggende keuze gezien de aard van deze dieren. Maar ik had het ineens in mijn hoofd en ging er 100% voor. Toen ik mijn moeder over mijn keuze inlichtte, was ze verbaasd. Ze snapte mijn keuze voor dieren met weinig onderhoud maar twee betekent natuurlijk automatisch meer werk. Op haar advies besloot ik toen toch eerst een kat in huis te halen. Ik wilde geen kitten uit een nestje en maakte daarom een tripje naar het asiel. Ik was wel van plan om een kitten in huis te nemen, misschien kon ik dan alsnog een vogel erbij nemen. Dan groeien ze met elkaar op, was mijn gedachtegang. Uiteindelijk ging ik naar huis met Cooper, een acht jaar oude pluizenbal. Ik werd op slag verliefd toen ik hem zag en we hebben een uur gekroeld voordat hij met mij mee de auto inging. Geen kitten, maar liefde op het eerste gezicht.
Nu is de titel van deze blog ‘Waarom een kat het beste huisdier is’ en daar sta ik nog steeds achter. Goed, Cooper moet af en toe naar de dierenarts en hij moet twee keer in de week geborsteld worden. Maar het is zo’n kroelkous en ik voel me allerminst schuldig als ik een hele dag weg ben. Ik weet dat hij tevreden in het zonnetje op de vensterbank tukt tot ik weer terug ben. Als ik dan thuiskom, geef ik hem eten, verschoon zijn bak en dan hangen we samen ’s avonds op de bank.